Geef jij een uitgebreid diner en wil je het meteen goed aanpakken met een mooi gedekte tafel volgens de etiquette? Maar twijfel je waar je nu precies wat neer moet leggen? Ontdek hier hoe je de
eettafel dekt volgens de etiquette.
Waar komen de borden?
Een bekende regel voor de
borden is dat deze van groot naar klein liggen. Je begint met het hoofdgerecht bord en daar bovenop leg je het voorgerecht bord. Eventueel kun je ook nog een mooi onderbord of
placemat gebruiken voor onder het hoofdgerecht bord.
Dit setje borden zet je recht voor elke stoel neer en een stukje van de tafelrand af. Serveer je je gasten ook een lekker broodje? Dan kun je een klein bordje links boven het bord leggen met een botermesje of ander klein mesje.
Hoe leg je het bestek neer?
Ook voor het bestek is een bekende regel: de eerste gang ligt aan de buitenkant en de laatste gang aan de binnenkant. De vorken liggen aan de linkerkant en de messen de rechterkant. De scherpe kant van een mes leg je naar het
bord toe. Als je ook een soep serveert, dan ligt de lepel aan de rechterkant van de messen.
Voor het bestek geldt een maximum van drie soorten vorken of messen aan elke kant van het bord. Bij een vierde of vijfde gang wordt het bestek samen met het gerecht gebracht.
Een dessert kan natuurlijk niet ontbreken bij een uitgebreid diner. Het dessertbestek je boven het bord leggen. Het dessertlepeltje wijst naar links en het dessertvorkje naar rechts. Je kunt ook het dessertbestek tegelijk met het nagerecht neerleggen.
Waar zet ik de glazen neer?
Een bijpassende wijn en wat water maken het diner compleet. De glazen horen volgens de etiquette rechts van het bord en in een schuine lijn naar beneden. Begin met het waterglas gevolgd door de wijnglazen. De volgorde van het rode wijnglas en het witte wijnglas is afhankelijk van de gerechten die je serveert.
Maak het af met een servet
Een gedekte tafel maak je compleet met een servet. Een servet kun je links van de vorken leggen of op het bord. Geef een eigen draai aan je gedekte tafel door creatief met het servet te zijn, bijvoorbeeld door het servet mooi te vouwen of met een takje te decoreren.